Ze komen uit Amerika overgewaaid en worden nu ook in ons land steeds
populairder: target funds. Deze beleggingsfondsen lopen af op een specifieke
einddatum –bijvoorbeeld de dag dat je met pensioen gaat- en stemmen daar hun
beleid op af.

Aan het begin van de looptijd zijn ze wat offensiever ingesteld en
bestaat de portefeuille grotendeels uit aandelen. Maar met het verstrijken
van de tijd wordt steeds meer veiligheid ingebouwd, tot het mandje vrijwel
volledig uit obligaties of deposito’s bestaat. Zo worden eerder opgebouwde
winsten veilig gesteld.

Sommige fondsen beleggen ook in derivaten, zoals opties, renteswaps en
futures. De fondsen zijn te herkennen aan het eindjaar in de fondsnaam,
bijvoorbeeld 2030.

ABN Amro was de eerste partij die deze markt betrad, maar inmiddels
zijn er diverse aanbieders bijgekomen, zoals Fidelity en DWS (onderdeel van
Deutsche Bank). Volgens Freddy van Mulligen, hoofd research van
fondsenspecialist Morningstar, is er veel vraag naar deze fondsen en kennen
target funds inmiddels een stabiele maandelijkse instroom.

Het grote voordeel van een target fund is gebruiksgemak. Je portefeuille wordt
automatisch bijgehouden en je hoeft dus niet geregeld de verdeling tussen
verschillende beleggingscategorieën (assetmix) tegen het licht te houden.
Met één beleggingsfonds kun je bijvoorbeeld je hele pensioenplanning regelen.

Daarmee vormen de fondsen een interessant alternatief voor vermogensbeheer,
dat doorgaans alleen voor de hogere inkomens is weggelegd.

Maar de service heeft wel een prijs. De beheerkosten bedragen gemiddeld
zo’n 1,50 procent, tegen 1,17 procent voor een regulier beleggingsfonds. Bij
sommige target funds loopt de teller zelfs op tot bijna 2,5 procent.

Hierbij moet wel worden aangemerkt dat de prijs per jaar kan variëren. Zo
bedragen de jaarlijkse beheerkosten bij Fidelity tot acht jaar voor de
einddatum 1,5 procent, maar zijn deze in het laatste jaar -als de
portefeuille vrijwel volledig is omgezet in liquiditeiten- geslonken tot
0,85 procent. Dit drukt het jaargemiddelde.

Desondanks blijft het kostenverschil opmerkelijk. De fondsbeheerder verricht
namelijk nauwelijks extra inspanningen dan zijn collega bij een regulier
beleggingsfonds. Hij past alleen de asset mix aan, maar dat kan met één druk
op de knop.

Volgens Van Mulligen is het niet zo ingewikkeld om zelf de juiste fondsenmix
te selecteren. “Het juiste percentage aandelen kun je berekenen door je
leeftijd van honderd af te trekken. Iemand van veertig belegt dan 60 procent
in aandelenfondsen. De rest gaat naar veiliger beleggingscategorieën.”

Die strategie maakt beleggen een stuk goedkoper. Voor een regulier
aandelenfonds ben je jaarlijks circa 1,2 procent beheerkosten kwijt en voor
een obligatiefonds 0,7 procent. Door een mix van beide categorieën te nemen
duik je onder 1 procent beheerkosten. En naarmate de einddatum nadert wordt
dit percentage alleen maar lager.

Andere alternatieven zijn een traditionele lijfrente of een bankspaarproduct.
Deze leveren behalve een eventuele beleggingswinst ook fiscaal voordeel op,
als je de opbrengst tenminste aanwendt voor je pensioen.

Maar je wordt dan wel in je vrijheid beperkt. De opbrengst gebruiken voor de
aankoop van een vakantiehuis of een huwelijkscadeau voor de kinderen is er
niet bij, want het beleggingsdoel ligt vast.

Bovendien ben je met een lijfrente- of bankspaarproduct doorgaans
minder flexibel bij wisselende financiële omstandigheden. Hogere of lagere
bedragen storten of zelfs je inleg staken is er niet bij. Dat kan voor
problemen zorgen als je bijvoorbeeld werkloos wordt of gaat scheiden.

En als je het geld eerder nodig hebt, omdat je voortijdig met pensioen wil,
moet je de rit tot je 65ste uitzitten voor het slot van je geblokkeerde
rekening gaat.

Verder zijn er verschillen in uitkering bij overlijden. Bij een
lijfrente stopt de verzekeraar met betalen als je vlak na je pensionering
dood gaat. Bij een bankspaarproduct of een target fund daarentegen blijft de
opgebouwde waarde in tact.

Daar staat tegenover dat een verzekeraar levenslang uitkeert als je heel oud
wordt. Bij banksparen daarentegen is de uitkeringsduur begrensd op twintig
jaar. En bij een target fund krijg je op de einddatum de opgebouwde waarde
uitgekeerd.

Om te zorgen dat je vermogen ook na je pensioendatum blijft groeien, kun je
ervoor zorgen dat je ook na je 65ste door belegt of spaart. Bijvoorbeeld
door er een target fund met een latere datum bij te nemen. Zo houd je ook
daarna een appeltje voor de dorst.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl